Basisconstructies

Help jij ons dit artikel te verbeteren? Mail ons je vragen en aanvullingen of reageer onderaan dit artikel! 

De wooncoöperatie komt voor in verschillende vormen. Bij elke vorm geldt dat de bewoners samen hun mouwen opstropen om een collectief doel te behalen. Denk bijvoorbeeld aan blijvend betaalbaar wonen, met oog voor elkaar en de natuur. Aan dingen delen, zodat je minder ruimte en minder spullen nodig hebt. Op deze pagina lichten we de belangrijkste kenmerken toe van de verschillende vormen wooncoöperaties. 

Lees ook:

5 soorten wooncoöperaties

  1. Huren van je collectief (vastgoedcoöperatie)
    Het collectief koopt en ontwikkelt zelf en verhuurt dan de woningen aan de leden.

    Toelichting: Het collectief is de eigenaar en de leden zijn de huurders. Samen verzorgen jullie het beheer. Omdat de vereniging geen winstoogmerk heeft, kun je voor zo betaalbaar mogelijke huur zorgen. Niet alleen nu, maar ook in de toekomst.
    Voorbeelden zijn Ecodorp Boekel en de Warren in Amsterdam.

  2. Samen huren (beheercoöperatie I)
    Het collectief huurt het gehele complex (meestal van een woningcorporatie) en verhuurt de woningen onder aan de leden.

    Toelichting: Het collectief is huurder/beheerder en de leden huren van het collectief. Het collectief huurt het pand in zijn geheel van de eigenaar van het vastgoed. De bewoners betalen op hun beurt huur aan de bewonersvereniging, die de hoogte van de individuele huur bepaalt. In samenspraak met de eigenaar is het collectief verantwoordelijk voor beheer en onderhoud.
    Voorbeelden zijn Papenhulst Blijft in Den Bosch en Vereniging Poortgebouw in Rotterdam.

  3. Zelf huren (beheercoöperatie II)
    De leden huren zelf van een externe partij (meestal de woningcorporatie), het collectief verzorgt in overleg met de eigenaar het beheer van het pand.

    Toelichting: De bewoners hebben ieder een individueel contract met de eigenaar van het pand. Ze maken ieder hun eigen huurbedrag over naar de eigenaar. Het (groot-)onderhoud ligt meestal nog bij eigenaar.
    Voorbeelden zijn de meeste Centraal Wonen-projecten.

  4. Samen kopen (koperscoöperatie I)
    Het collectief koopt en ontwikkelt zelf. De leden worden mede-eigenaren.

    Toelichting: In de meeste gevallen zal de vereniging een hypotheek afsluiten om het grootste deel te financieren. Het ontbrekende deel leggen de leden zelf in. De grootte van het aandeel bepalen de leden samen, bijvoorbeeld aan de hand van woonoppervlakte en/of voorzieningen. De leden zijn economisch eigenaar-bewoners; juridisch is de vereniging de eigenaar. Bij vertrek verkoopt een lid zijn/haar aandeel aan een volgend lid. Over de bepaling van de waarde van het aandeel kun je als vereniging van tevoren afspraken maken. Vaak kies je voor deze constructie als je een koopconstructie wilt realiseren, maar de woning(en) niet kan/wil opdelen in aparte adressen.
    Voorbeelden zijn De Voorvechters in Utrecht en De HuisDieren in Dieren.

  5. Zelf kopen (koperscoöperatie II)
    De leden kopen en financieren individueel, maar organiseren samen (ver)bouw(ing) en/of beheer.

    Toelichting: De leden kopen ieder hun eigen woning, eventueel via een VVE-constructie. Het collectief bouwt/ontwikkelt, verstrekt opdrachten aan bijvoorbeeld architecten en aannemers, en verzorgt later het beheer. De woningen hebben eigen adressen, of kunnen die hebben, en samen delen ze voorzieningen zoals een tuin of een gemeenschappelijke ruimte. De procedure van verkoop van de wooneenheden kun je als vereniging vooraf vastleggen.

De meeste wooncoöperaties, waar Cooplink zich voor opwerpt, vallen onder variant 1, 2 of 3. Er zijn overigens ook mengvormen in deze basisconstructies mogelijk, waarbij een deel van de woningen is gekocht en een ander deel gehuurd.

Een bericht schrijven

This site uses User Verification plugin to reduce spam. See how your comment data is processed.