Sociale voorzieningen
Coöperatief wonen heeft veel voordelen. Maar er zijn ook uitdagingen. Zo kan het zijn dat je niet in aanmerking komt voor bepaalde regelingen, waar je in een zelfstandige woning wel recht op hebt. We lopen een aantal regelingen met je door.
Voor het recht op en de hoogte van allerlei sociale voorzieningen en toeslagen zijn twee dingen belangrijk: de definitie van zelfstandige woonruimte en de definitie van huishouden. De regelingen verschillen hierin onderling en soms ook nog per gemeente. Ook veranderen de criteria nogal eens. Een wooncoöperatie is per definitie te vinden op de grenzen van deze definities. Je moet uitzoeken wat er op dit moment van toepassing is voor jouw specifieke situatie. Het kan slim zijn om het ontwerp van je woongebouw wat aan te passen. Bijvoorbeeld door een deur afsluitbaar te maken (terwijl die in de praktijk altijd open zal staan). Of toch aparte huisnummers aan te vragen terwijl dat in eerste instantie meerkosten met zich meebrengt.
Huurtoeslag
Huurtoeslag is een bijdrage om de huur van je woning mee te kunnen betalen. Om de toeslag te kunnen krijgen, mag je niet te veel verdienen. Ook mag de huur niet te hoog zijn. Je krijgt huurtoeslag als je in een zelfstandige woning woont. Een zelfstandige woning heeft volgens de belastingdienst:
- een eigen woon-/slaapkamer
- een eigen keuken met aanrecht; aan- en afvoer voor water en een aansluitpunt voor een kooktoestel
- een eigen wc met waterspoeling
- een eigen douche of badkamer
- een eigen toegangsdeur die je van binnen en buiten op slot kunt doen
Huur je een (deel van een) etage en deel je voordeur, gang en trappenhuis en/of lift met andere bewoners? Als de woning zelf wel aan de criteria van een zelfstandige woning voldoet, heb je toch recht op huurtoeslag.
Als je in een gesplitste woning woont, maar geen eigen huisnummer hebt, dan telt de belastingdienst je huisgenoten als jouw medebewoners. Dan krijg je minder of geen huurtoeslag.
We pakken de wet er even bij, die lijkt een opening te bieden voor onzelfstandige woningen binnen wooncoöperaties. De Wet op de huurtoeslag stelt: “Een huurtoeslag wordt slechts toegekend voor de huur van een woning die:
- een zelfstandige woonruimte of een onvrije etage is, of
- een onzelfstandige woonruimte is, welke deel uitmaakt van een woongebouw of woning, geheel of gedeeltelijk verhuurd ten behoeve van begeleid wonen, groepswonen door ouderen of een daarmee vergelijkbare woonvorm, en in eigendom van en aan de huurder verhuurd door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, die mede op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam is.”
We herhalen: “een onzelfstandige woonruimte is, die deel uitmaakt van een woongebouw, verhuurd ten behoeve van groepswonen en in eigendom van een rechtspersoon zonder winstoogmerk, die mede op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam is.” Dat is de wooncoöperatie, vind je niet? Die realiseert betaalbare huurwoningen, niet alleen voor de huidige bewoners, maar ook voor toekomstige generaties. Volkshuisvesting pur sang dus.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
De uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning blijft vaak beperkt tot de eigen woning. Een voorbeeld is het openen van een deur met een drukknop. Die knop wordt wel vergoed binnen de eigen woning, maar niet bij de gezamenlijke voordeur. Ook niet pro rato (bijvoorbeeld voor 1/20 deel als de wooncoöperatie 20 huishoudens telt).
Participatiewet (voorheen Wet werk en bijstand)
Sommige gemeenten tellen alle volwassen bewoners van de wooncoöperatie mee voor de kostendelersnorm. Dat is onterecht. Het type huurcontract is namelijk bepalend. Als er sprake is van een individueel huurcontract, geldt de kostendelersnorm niet.