Het landelijk leenfonds voor wooncoöperaties krijgt steeds meer vorm. Op 24 juni jl. stuurde demissionair minister Hugo de Jonge een brief aan de Tweede Kamer waarin hij de contouren schetste van het leenfonds. Het rijk stelt 40 miljoen ter beschikking voor het fonds voor wooncoöperaties.
Beoogde doelgroep
De brief laat zien dat het rijk initiatieven in de opstartfase wil ondersteunen en ook een aantal wooncoöperaties in de realisatiefase. De vorm is van beperkt belang, schrijft De Jonge, het gaat om projecten van toekomstige bewoners, die betaalbare woningen willen realiseren voor (lage) middeninkomens. De brief specificeert ook wat onder een wooncoöperatie wordt verstaan, namelijk een vrijwillig initiatief van verenigde bewoners om een gezamenlijke woonwens te realiseren, waar democratisch besluiten worden genomen. Daarnaast is het belangrijk dat de wooncoöperatie een maatschappelijk doel dient.
Keurmerk en standaarden
Een rol van het fonds is om meer uniformiteit te stimuleren, zodat niet ieder project het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Te denken valt aan standaardstatuten, duidelijkheid over rechtsvormen en een eenduidige route richting het fonds. De precieze criteria om in aanmerking te komen voor het fonds werkt het ministerie van BZK nog verder uit. BZK werkt samen met Cooplink aan het ontwikkelen van een keurmerk. Met het keurmerk is het ook voor financiers duidelijk dat het om kansrijke initiatieven gaat.
Revolverend fonds
Het ministerie van BZK gaat voor een duurzame opzet van het fonds. Op termijn moet het fonds op eigen benen kunnen staan, daarom wordt het een revolverend fonds. Het rijk doet een eenmalige bijdrage en vervolgens worden met de aflossingen van de gefinancierde wooncoöperaties nieuwe initiatieven gefinancierd. De inzet is dat het fonds in samenwerking met de banken de volledige financiering kan leveren, zodat wooncoöperaties bij één loket terecht kunnen. Zo hoeven wooncoöperaties niet meer een veelheid aan bronnen aan te boren (subsidies, crowdfunding, giften, leningen, etc.).
Te financieren vormen en fasen
Het fonds richt zich op coöperatieve woonvormen waarbij de bewoners gezamenlijk eigenaar zijn van de woningen. Beheercoöperaties komen dus niet in aanmerking voor het fonds. Voor de initiatieffase is geen financiering beschikbaar. Waar de initiatieffase ophoudt en de plan/ontwikkelfase begint wordt verder uitgewerkt. Financiering voor de realisatiefase is alleen beschikbaar voor huurderscoöperaties, omdat de meeste kopercoöperaties zelf de realisatie kunnen financieren, schrijft De Jonge.
BZK gaat verder op de door Hugo de Jonge ingeslagen weg. De beoogde startdatum van het fonds is 1 januari 2025.
Wij tellen alvast af.